nov
Abdij St Benedictusberg
Het leven in Abdij St. Benedictusberg in Mamelis
In gesprek met Dom Ad Lenglet en Pater Martin Werry
Met enige drempelvrees rijd ik naar de St. Benedictus Abdij in Mamelis, tussen Nijswiller en Lemiers, langs de doorgaande weg van Maastricht naar Aken. Al mijn hele leven rijd ik langs het imposante klooster, hooggelegen in een berghelling, en er gaat geen enkele keer voorbij dat ik me niet afvraag wat zich afspeelt achter de hoge kloostermuren? Wie wonen er eigenlijk? Hoe ziet de abdij van binnen uit? Hoe vult een monnik zijn dag? Ik trok de stoute schoenen aan en schreef een mail, waarop ik vriendelijk werd uitgenodigd om eens langs te komen. En nu mag ik in gesprek met abt Ad Lenglet, vader van de monniken die wonen en leven in de abdij. Hij heeft pater Martin Werry gevraagd om ook deel te nemen aan het gesprek. “Hij spreekt namelijk ook Limburgs”, licht abt Lenglet glimlachend toe.
De monniken leven volgens de Regel van Sint Benedictus (geschreven in de zesde eeuw), wat wil zeggen dat de monniken gezamenlijk in een klooster leven en dienen onder een regel en een abt. In de abdij wordt de liturgie vrijwel volledig in het Latijn gevierd met Gregoriaanse zang. De architectuur en de inrichting is heel sober: in de kamer waarin we het gesprek voeren staan enkel een houten tafel en enkele houten stoelen. De muren zijn kaal, maar door de grote ramen zie je de prachtige natuur en komt het zonlicht naar binnen en lijkt de kamer ook niet meer nodig te hebben dan dit.
Hoewel ik altijd dacht dat er een grote groep monniken leeft, blijken er maar 13 monniken in de St Benedictus Abdij te wonen, waarvan er 6 priester zijn. Zij hebben een speciale zending: vooral het opdragen van de heilige mis. Maar buiten de liturgie zie je geen verschil: hun uiterlijk is hetzelfde. Ze dragen allen hetzelfde zwarte gewaad.Rond ’85 woonden er maar liefst 35 monniken, maar wegens sterfte zijn het er nu steeds minder. “En helaas komen er ook niet meer zoveel monniken bij, zoals vroeger wel het geval was”, legt abt Lenglet uit. Van de huidige monniken komen enkelen uit het buitenland. “We hebben momenteel twee monniken uit Amerika, twee uit Senegal en één uit België. De voertaal is nog steeds Nederlands, maar we praten ook geregeld Engels en Frans”, vertelt pater Werry. De abdij is oorspronkelijk gebouwd voor maar liefst 50 personen.
Tijdens ons gesprek kijken abt Lenglet en pater Werry elkaar soms lachend aan. Waarschijnlijk vanwege mijn vraagstelling die verraadt dat ik verwacht dat zij anders zijn dan wij die leven buiten de abdij. “We hebben allemaal één grote gemeenschappelijke deler: we zijn allemaal mensen.” Dat klopt natuurlijk, in basis zijn we allemaal gewoon mensen. Maar dan blijft de grote vraag: hoe houd je contact met mensen die in de hedendaagse drukke maatschappij leven en met bepaalde problemen aan je deur kloppen, terwijl je zelf afgezonderd leeft in soberheid en stilte? Het kloosterleven blijkt echter helemaal niet zoveel af te wijken van mijn eigen alledaagse dag. “Wij ontkomen hier ook niet aan hectiek en stress: dat hangt gewoon in de lucht en ook wij ervaren dit. Onze dag start om 4.30 uur en we gaan door tot 20.30 uur ‘s avonds. We bidden natuurlijk regelmatig op een dag, maar voor de rest van de dag heeft ieder zijn eigen taken te vervullen. We zijn te vergelijken met een heel groot huishouden”, licht pater Werry toe.
De monniken van Mamelis zijn zelfvoorzienend, wat erop neerkomt dat ze zelf voor het huishouden moeten zorgen en ook voor eigen inkomsten. “Wassen, poetsen, koken: dat doen we allemaal zelf. Weliswaar met enkele ondersteuning van vrijwilligers, want we zijn maar met 13 monniken en dan is het bijvoorbeeld een hele klus om het klooster schoon te houden.” De econoom broeder draagt zorg voor de financiën en de gasten broeder ontvangt en begeleidt de gasten die komen logeren. De boekbinderij is ook een bron van inkomsten waar niet alleen de eigen bibliotheek mee wordt onderhouden, maar waar ook externe boeken gebonden worden. Ook is er een beeldhouwer atelier: hier werkt beeldhouwer/monnik Leo Disch aan beelden die ook verkocht worden in het klooster. Abt Lenglet vult aan: “Daarnaast is er de kleine boerderij waaraan wij land verpachten. En dan zijn er natuurlijk nog de giften van mensen die ons een warm hart toedragen.”
De regels die de monniken moeten naleven zijn streng, maar bespreekbaar. “We gaan normaal gesproken niet terug naar huis naar vrienden en familie, maar als de omstandigheden daarom vragen wordt daar natuurlijk wel een uitzondering voor gemaakt”, vertelt abt Lenglet. Op donderdagmiddag is een vrij te besteden middag en zie je diverse monniken in hun zwarte gewaad op pad in het heuvelland: wandelend, fietsend of wachtend op de bus bijvoorbeeld.
De architectuur van het klooster is indrukwekkend sober en heel bijzonder. Vanwege de soberheid zou je verwachten dat het ook kil en afstandelijk werkt, maar dat is juist niet het geval. “Mensen uit alle delen van de wereld bezoeken onze abdij om de architectuur te bewonderen. Dat is ook prima, we ontvangen ze graag en er is ruimte en tijd om te kijken en eventueel foto’s te nemen.”
Dom Ad Lenglet leidt me kort rond en er passeren diverse andere bezoekers, het is hier inderdaad alleszins rustig. Er is dagelijks contact met mensen buiten de abdij waardoor de monniken ook zonder moderne communicatiemiddelen meekrijgen wat er speelt. Al maakt men af en toe wel gebruik van het internet. “Toen de nieuwe Paus in Rome werd gekozen zaten we achter het internet om te kijken wanneer er witte rook vanuit het Vaticaan te zien was”, lacht pater Werry. “En wanneer de monniken uit Senegal met thuis willen communiceren kan dat ook via Skype bijvoorbeeld.”
Op mijn vraag of ze wellicht nog een boodschap hebben voor de mensen buiten de abdij antwoorden ze: “Heb geen drempelvrees! Kom gewoon langs. We zijn ook maar gewoon mensen die graag in contact treden met andere mensen.”
Na mijn ontmoeting met Dom Ad Lenglet en pater Werry ben ik onder de indruk: van de mooie abdij, van de soberheid, van de hartelijkheid waarmee ik ben onthaald en vooral ook van de interessante verhalen die ik heb gehoord. Wat heb ik spijt dat ik al die jaren drempelvrees had. Zo’n prachtige abdij met bijzondere monniken, zo dichtbij en ik reed er altijd langs.
Wilt u de St. Benedictus Abdij bezoeken? Dat kan. Wanneer u bij de deur aanbelt zal de portier u wegwijs maken. Houdt u er wel rekening mee dat het een gebedshuis is. Mocht u meer informatie willen, neem een kijkje op de website: www.benedictusberg.nl of op Youtube: Abdij Sint Benedictus Vaals.
Wilt u een gebedsdienst bijwonen? Alle gebedsdiensten die op de website vermeld staan zijn voor bezoekers toegankelijk. Wanneer het de eerste keer is dat u de Abdij bezoekt, bij voorbeeld tijdens een wandeltocht: Kiest u dan voor de Noon (op weekdagen om 14 uur ± 15 minuten, op zondag om 13.45 uur) of voor de Vespers (alle dagen om 17 uur, op donderdag om 18 uur ± 30 minuten). Bent u wat meer vertrouwd met liturgische diensten in het Latijn: dan is de dagelijkse Hoogmis om 9.30 uur een aanrader (duur:75 minuten). Op zon- en feestdagen is er bovendien om 8 uur de H. Mis in de Crypte, deze is in het Nederlands.